Juridische uitspraken rond naaktrecreatie

Nederland is één van de weinige landen waar naaktrecreatie in de openbare ruimte wettelijk is geregeld in artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht. Dit wetsartikel is mede door toedoen van NFN Open & Bloot tot stand gekomen (1986).

De essentie is dat naaktrecreatie in het openbaar overal is toegestaan en alleen strafbaar is op een ongeschikte plek. En dat naaktrecreatie géén zedenschennis is, maar hooguit een verstoring van de openbare orde.

Onderstaande uitspraken zijn een aanvulling op onze pagina voor strandbeheerders, beleidsmakers en handhavers.

Het overzicht is niet volledig, maar de cases bieden inzichten uit verschillende invalshoeken.

1: Hoge Raad over geschiktheid locatie voor naaktrecreatie

Van najaar 2013 tot januari 2016 vochten bezoekers van de ligweide in de Delftse Hout met steun van NFN Open & Bloot een juridische strijd uit via de rechter. De gemeente Delft trok de aanwijzing van het naaktstrand in omdat de Delftse Hout telkens meer een stadspark was geworden, waar volgens de gemeente geen plaats meer was voor naaktrecreatie. En omdat er seks zou plaatsvinden in de buurt van het naaktstrand.

Na eerst te hebben gewaarschuwd, bekeurde de politie tientallen bezoekers. De ligweide was echter in geen enkel opzicht veranderd ten opzichte van de jaren daarvoor en ook waren de omstandigheden niet veranderd. Daarom was volgens bezoekers en NFN de ligweide nog altijd ‘geschikt’ om bloot te zonnen, het gemeentelijk verbod ten spijt.

Het leeuwendeel van de bekeurden betaalde hun boetes niet. Dit leidde via verschillende rechtszaken tot de Hoge Raad. Deze constateerde (in 2015) dat per geval de omstandigheden verschillen en er dus geen algemene regel voor de ‘geschiktheid’ kan worden geformuleerd.

De geschiktheid hangt af van de feiten en omstandigheden per geval. En die moeten telkens opnieuw bekeken worden. Eens ‘geschikt’ voor naaktrecreatie, betekent dus niet altijd ‘geschikt’! De Hoge Raad noemde de volgende criteria die van belang kunnen zijn om de geschiktheid te toetsen:

  • Of naaktrecreatie volgens de maatschappelijke opvattingen ter plekke aanvaardbaar is;
  • Of de locatie zodanig ligt dat er sprake is van ongevraagde of ongewilde confrontatie met derden;
  • Of de openbare orde wordt verstoord.

2: Gemeente kan naaktrecreatie op een geschikte plek niet verbieden (strafrechter)

Alle bekeurden van de bovengenoemde zaak (punt 1) werden in 2017 vrijgesproken. Het hof achtte niet bewezen dat het strand ten tijde van de bekeuring ongeschikt was voor naaktrecreatie en baseerde zich op bovengenoemde criteria van de Hoge Raad. De gemeente Delft kon naaktrecreatie op een geschikte plek dus niet verbieden.

Ter illustratie vind je hier een beknopte weergave van de argumentatie van de rechter.

  1. Uit de stukken bleek niet dat naaktrecreatie volgens de maatschappelijke opvattingen aanvaardbaar was. Daarnaast was het veld zo groot dat recreanten in badkleding ervoor konden kiezen om in de buurt van het naaktstrand te gaan liggen of hiervan afstand te houden. Voor de mensen die voor het eerste kozen was naaktrecreatie dus aanvaardbaar;
  2. Feit was dat passanten ongewild geconfronteerd met naaktrecreanten konden worden. De paden op en langs het strand waren echter al lang in gebruik en waren nooit eerder een aanleiding voor de gemeente om het naaktstrand op te heffen. En omdat veel bezoekers van de Delftse Hout waarschijnlijk ook bekend waren met het naaktstrand in dit afgelegen gedeelte, maakten zij een bewuste keuze als zij hier naartoe gingen. Dat het gebied meer verstedelijkt zou zijn, maakt de situatie niet anders.
  3. Het dossier bevatte geen aanwijzingen dat de openbare orde werd verstoord. Niet op moment van bekeuring en niet op andere momenten.

Lees hier de volledige uitspraak.

3: Zedenschennis op zich is géén juridisch argument een naaktstrand te sluiten

Soms vinden er in de buurt van een naaktstrand seksuele handelingen plaats. Er kan dan sprake zijn van schennis van de openbare eerbaarheid of zedenschennis, wanneer anderen zich hieraan storen.

Dit was voor de gemeente Delft in 2013 één van de argumenten om de aanwijzing van het naaktstrand in de Delftse Hout op te heffen. Bezoekers die hier waren bekeurd vanwege het bloot recreëren op een ongeschikte plek voor blootrecreatie betaalden hun boetes niet en lieten de zaak voor de rechter komen (zie ook punt 1).

Over de zedenschennis zei de rechter dat uit het dossier niet gebleken was dat er een relatie was tussen de naaktrecreatie en (mogelijke) schennis van de openbare eerbaarheid. De gemeente had er bovendien ook voor kunnen kiezen om te handhaven op de zedenschennis. Mede hierom vond de rechter het naaktstrand geschikt voor naaktrecreatie en werden de bekeurden vrijgesproken (2017, zie ook punt 2). Lees hier de uitspraak. 

Zolang er dus geen aantoonbaar verband bestaat tussen naaktrecreatie en openbare seks, is seksuele overlast juridisch geen argument om een naaktstrand te sluiten. Naaktrecreatie en seks in het openbaar staan los van elkaar. Lees ook onze informatiepagina over dit onderwerp: Openbare seks is geen naaktrecreatie.

4: De gemeente is niet bevoegd om naaktrecreatie te verbieden (bestuursrechter)

In Zeewolde is er een aangewezen naaktstrand (Laakse Strand) en wordt er bloot gewandeld in natuurgebied het Horsterwold. Omdat de gemeente Zeewolde veel last van openbare sekszoekers had en geen blote wandelaars in het Horsterwold wilde hebben, besloot de gemeenteraad van Zeewolde in 2020 om het Laakse Strand als énige geschikte plaats in de gemeente aan te wijzen voor naaktrecreatie. Hiermee werd de suggestie gewekt dat andere plekken per definitie ongeschikt waren voor naaktrecreatie.

Conform artikel 430a WvS mag een gemeente een plek aanwijzen voor naaktrecreatie, maar hebben naaktrecreanten de keuze om bloot te recreëren op alle hiervoor geschikte plekken. Omdat dit raadsbesluit tegen te wet op naaktrecreatie inging, wees NFN Open & Bloot zowel schriftelijk als via inspraak in de raadsvergadering op de foute wetsinterpretatie van het wetsartikel.

Na de besluitvorming restte NFN alleen nog de gang naar de bestuursrechter om het besluit aan te vechten. Deze dwong de gemeente vervolgens alsnog het besluit te wijzigen: de gemeente mocht het Laakse Strand aanwijzen als geschikt voor naaktrecreatie, maar dit niet als enige plek binnen de gemeentegrenzen.

Lees hier het persbericht van De Rechtspraak en de uitspraken (februari 2022).

Lees ook onze eigen communicatie rond deze zaak.

5: Een bospad kan ook geschikt zijn voor naaktrecreatie

Bij het ontwerp van artikel 430a WvS dachten wetgever en NFN in de jaren ’80 primair aan bloot zonnen, wat op dat moment de meest gangbare vorm van naaktrecreatie was. Maar de term ‘naaktrecreatie’ is in het wetsartikel verder niet gedefinieerd.

Sinds 2015 constateert NFN dat een kleine, maar groeiende groep mensen bloot wil wandelen in een bos of natuurgebied. En dit is ook een vorm van naaktrecreatie die onder het wetsartikel valt. Omdat er geen officieel aangewezen wandelpad voor naaktrecreanten bestaat, gebeurt dit dus op plekken die volgens de wandelaars geschikt zijn om bloot wandelen.

Lees hier een vrijspraak van iemand die was bekeurd omdat hij bloot wandelde (2017).

Ongevraagde of ongewilde confrontatie met anderen is een belangrijke factor om te bepalen of een wandelpad wel of niet geschikt is voor naaktrecreatie. Voor ongeschiktheid moet hier dan aantoonbaar sprake van zijn. Volgens de geciteerde uitspraak hoeft één enkele melding het pad niet ongeschikt te maken.

Deze zaak speelde in natuurgebied Het Horsterwold in Zeewolde. In januari 2022 seponeerde het OM de zaken tegen een groep van twaalf blootwandelaars. Zij waren bekeurd in hetzelfde natuurgebied. Waarschijnlijk verwachtte het OM onvoldoende of niet aan te kunnen tonen dat de locatie op moment van bekeuring ongeschikt was voor naaktrecreatie.

Een aantal van de bekeurden kreeg ondersteuning van NFN. Uit gesprekken met Staatsbosbeheer werd NFN duidelijk dat de boswachter het gebied bij voorbaat ongeschikt vond voor naaktrecreatie vanwege (potentiële) confrontatie met overige wandelaars.

Om duidelijkheid te verschaffen voor alle recreanten, pleit NFN ervoor om bijvoorbeeld periodiek natuurpaden open te stellen voor blootwandelaars. Lees hier wat NFN verder vindt van respectvol naakt wandelen.

6: Bij aangewezen strand staat landelijke wet staat boven huisregels of terreinreglement

Als een strand door een gemeenteraad is aangewezen, dan gaat de landelijke wet vóór plaatselijke huisregels of een terreinreglement. Deze mogen dus niet in strijd zijn met art. 430a WvS. Veel recreatiegebieden in het binnenland hanteren bijvoorbeeld een ‘zwemseizoen’ (bijvoorbeeld van 1 mei tot en met 30 september). Het wetsartikel op naaktrecreatie maakt hier echter geen onderscheid in.

Een naaktrecreant die werd bekeurd omdat hij bloot zonde op het naaktstrand in Spaarnwoude buiten het officiële zwemseizoen (althans, volgens het terreinreglement), werd hiervan vrijgesproken. Dit omdat het strand door de gemeenteraad als naaktstrand was aangewezen én omdat het Openbaar Ministerie niet kon aantonen dat de ligweide op het moment van bekeuren ongeschikt was voor naaktrecreatie.

Lees hier de hele vrijspraak.

Dit betekent dus dat een officieel aangewezen naaktstrand geschikt is voor naaktrecreatie, ook al staat dit anders in de huisregels of het terreinreglement voor die niet aangewezen plekken.

7: Géén zedenschennis maar naaktrecreatie op een ongeschikte plek

Met het ingaan van artikel 430a WvS werd naaktrecreatie buiten het strafkader van de schennis van de (openbare) eerbaarheid geplaatst. Met andere woorden: naaktrecreatie is sindsdien niet langer een zedenmisdrijf (art. 239 WvS).

In 2021 werd iemand die bloot in een kano voer op een Brabants riviertje in het zicht van o.a. kinderen veroordeeld wegens zedenschennis. Hij ging hiertegen in beroep, omdat hij naar eigen zeggen aan naaktrecreatie deed. De rechters gingen hierin mee, omdat volgens hem niet was bewezen dat de kanovaarder ‘aanstootgevende, kwetsende of seksueel getinte handelingen had verricht die voor het normaal ontwikkeld schaamtegevoel als kwetsend moeten worden beschouwd’.

Dat deed hij ook niet. Hij zat uitsluitend bloot in een bootje, volgens eigen zeggen vanwege zijn naturistische levensovertuiging. De rechters oordeelden dan ook dat de kanovaarder naaktrecreatie bedreef. En dat hij dit deed op een hiervoor ongeschikte plek.

De man werd vrijgesproken van zedenschennis en veroordeeld conform artikel 430a WvS. Lees hier de hele uitspraak.

Ook NFN blijft benadrukken dat openbare seks en naaktrecreatie twee verschillende zaken zijn. Lees hier meer.

8: Een geschikte plek kan ook nét buiten het aangewezen naaktstrand zijn

Soms kiest een naaktrecreant ervoor om iets buiten de officiële zonering te gaan liggen. Bijvoorbeeld omdat de afstand naar de strandopgang korter is of omdat het er rustiger is. Wettelijk kan dit, als de plek op dat moment geschikt is voor naaktrecreatie.

In 2003 kreeg advocaat Spong een boete omdat hij buiten het officiële naaktstrand bloot lag te zonnen. Omdat hij van mening was dat de plek geschikt was om bloot te zonnen, betaalde hij zijn boete niet en kwam de zaak voor. Uiteraard voerde hij zijn eigen verdediging.

In hoger beroep werd hij vrijgesproken omdat niet bewezen was dat de zone vlak buiten het naaktstrand ongeschikt was voor naaktrecreatie.

Lees hier de hele uitspraak.

9: Blote fietser tweemaal bekeurd

Er is NFN één geval bekend van een fietser die tweemaal werd bekeurd vanwege bloot fietsen. Het eerste voorval vond plaats in augustus 2019 op een bosfietspad bij het dorp Norg (Drenthe). De blote man fietste op een onverhard bospad, toen hij werd aangesproken door handhaving n.a.v. klachten van andere recreanten in het gebied. Hij was tijdens zijn fietstocht incidenteel ander verkeer tegengekomen. Het tweede voorval vond plaats in 2021. Hij werd bekeurd toen hij ’s avonds bloot een recreatiegebied uit fietste.

De man kreeg in beide gevallen een boete voor naaktrecreatie op een niet aangewezen plek. Omdat de agenten hier voorbijgingen aan de geschiktheidsbepaling van art. 430a WvS én omdat de fietser de plekken zelf wel geschikt vond om bloot te fietsen, betaalde hij zijn boetes niet. De zaken kwamen hiermee automatisch voor de rechter.

De eerste zaak diende in juli 2021 voor de rechtbank in Assen. In zijn verweerschrift betoogde de man dat naaktrecreatie ook op geschikte plekken is toegestaan. Hoewel de rechter hierin meeging, vond zij het bospad daarentegen óngeschikt voor naaktrecreatie: ‘het bospad is bochtig, niemand kan overzien wie je bij de volgende bocht tegenkomt’.  Zijn boete werd omgezet in een voorwaardelijke boete, wat een gebruikelijke procedure is.

De tweede zaak diende in juli 2024. Ook hier vond de rechter dat ‘ongewilde confrontatie’ (met blootrecreanten) voldoende was aangetoond. Ook al was de bekeurde fietser naar eigen zeggen één scooter tegengekomen.

De rechter vond overigens ook dat beide rechtszaken in 2021 best tegelijkertijd behandeld hadden kunnen worden. En omdat dit tweede strafbare feit al drie jaar eerder was gepleegd, hoefde de fietser ook deze bekeuring niet te betalen.